Geschiedenis van de brandweer in de gemeente Gennep

Disclaimer

"Geschiedenis van de Brandweer in de gemeente Gennep" is uitgezocht door W.S. van Dinter.
Heeft u op- of aanmerkingen, vul dan het
contactformulier in.
Wij danken de heer van Dinter voor zijn geweldige bijdrage aan deze website.


1.   
Periode tot 1800

1.1.        Voormalige gemeente Gennep
1.2.      
 Voormalige gemeente Ottersum en dorp Heijen

2.    Periode na 1800

2.1        Brandpreventie reglement
2.2       
Brandbestrijding
2.2.1.       
Melding
2.2.2.       
Blusmateriaal
2.2.3.       
Stalling
2.3       
Grote Branden
2.4.       Brandweerkorps

 

1.       Periode tot 1800

De geschiedenis van de brandweer in de gemeente Gennep is de geschiedenis van het korps van Gennep en dat van Ottersum. De huidige gemeente is namelijk voortgekomen uit de twee voormalige gemeenten Gennep en Ottersum, die in 1973 -mét het kerkdorp Heijen uit de gemeente Bergen - werden samengevoegd. De twee gemeentelijke brandweerkorpsen fuseerden in 1986.

1.1.         Voormalige gemeente Gennep

  Het stadje Gennep kende al vroeg een georganiseerde brandbestrijding Uitslaande brand was een van de ergste dingen die de woongemeenschap kon treffen. Binnen de stadsmuren stonden op een oppervlakte van 200 m x 400 m zo'n 170 huizen dicht tegen elkaar gebouwd. De straten waren nauw, de huizen voor het merendeel van hout, met riet, spaan en stro gedekt.

  Men kookte op open vuur, de schoorstenen waren van hout, bij duisternis verlichting met kaarsen, oliepitjes en stallantaarns. Binnen de stadsmuren stonden boerderijen met zolders vol hooi. Er werkten smeden, bakkers en pottenbakkers letterlijk met vuur. Risico voor brand was dag en nacht aanwezig.

 Voorkomen is beter…
  In de zestiende en zeventiende eeuw kent Gennep al bestuurlijke maatregelen tegen brand. Het stadje is in vier wijken verdeeld, de zogenaamde 'rotten'. Elke rot heeft een 'rotmeester',  meestal een schepen van de stad (wethouder). Bij brand geeft hij de bevelen. Hij heeft de sleutel van de bergplaats midden in de stad, waar de ladders en de brandhaken hangen. Elke nacht loopt de nachtwaker zijn ronde door de stad, lettend op onraad, licht en vuur.

 Burgerplicht
  Wie in de stad het burgerschap wilde kopen, moest meteen enkele blusemmers afnemen. De gemeentewerker diende 's winters bij vorst enkele gaten in de Niers open te houden, zodat er altijd bluswater beschikbaar was. Bovendien waren er in het stadje brandkuilen die zomer en winter vol water stonden voor het geval dat… De naam 'De Poel' verwijst er nog naar.

 Brandblussing
 
Na de uitvinding van de slangenbrandspuit (Jan van der Heiden Amsterdam, ca. 1700) rekruteert het stadsbestuur enkele mannen, die paraat zijn bij brandmelding. Dit gebeurt door middel van de (brand)klok in de stadhuistoren. Deze spuitgasten onder leiding van de opperbrandmeester krijgen daarvoor een kleine vergoeding uit de gemeentekas. Dit kan men de voorlopers van het brandweerkorps noemen.

 Verordening
Aan het begin van de 18de, eeuw gaat het landsbestuur (voor onze regio de koning van Pruisen in Berlijn) zich met de brandbestrijding bemoeien. De stads- en dorpsbesturen krijgen richtlijnen betreffende het voorkomen en bestrijden van brand. Deze verordening van 1718 blijft, bij tijd en wijle aangepast, tientallen jaren van kracht. Op het niet nakomen of naleven ervan staat een fikse boete, in baar geld, meteen te betalen.

   Uit archiefstukken weten we dat Gennep in 1739 twee vierwielige, koperen en drie houten brandspuiten heeft, die in het 'spuithuis  neeven het stad-thuijs' staan. Daarnaast zijn er ladders, haken en blusmeers. De menselijke ketting bij brand wordt dan al bijgestaan door mechanische hulp, als… er voldoende water ter plaatse is.

  Elk kwartaal gaan in de achttiende eeuw burgemeester en schepenen alle huizen langs om de schoorstenen te controleren de z.g. 'vuurschouw'. De plaatselijke schoorsteenveger is een belangrijk persoon. Hij beschikt over een rijkserkend diploma. En in de tweede helft van deze eeuw dienen houten schoorstenen te verdwijnen en pannen als dakbedekking  stro en riet te vervangen. De panoven (pannenbakkerij) aan de Horsestraat levert dan duizenden pannen.

1.2.         Voormalige gemeente Ottersum en dorp Heijen

 Ottersum
In de wijd verspreid liggende buurtschappen en gehuchten van de gemeente Ottersum met hun ver uit elkaar liggende boerderijen, arbeider- en daglonershuisjes is vóór de negentiende eeuw georganiseerde brandbestrijding onmogelijk. Wanneer daar een huis door blikseminslag, hooibroei of een omvallende lantaarn in brand raakt, snellen buurtbewoners toe om te helpen redden wat er nog te redden valt.

 Heijen
Het dorpje Heijen is dan helemaal op zichzelf aangewezen. De kern van de gemeente, het dorp Bergen, ligt op 8 km afstand, de gemeente Gennep op 3 km. En tussen Bergen en Gennep komt  in deze periode een samenwerkingsverband niet eens in de gedachten op. In Heijen heeft de vlammenzee het al lang gewonnen voordat georganiseerde hulp ter plekke is.
 

 2.       Periode na 1800

 2.1.        Brandpreventie
 Door de staatkundige omwisselingen die de gemeenten Gennep en Ottersum tussen 1795 en 1815 meemaken (Pruisen > Frankrijk > Nederland), komt er van overheidswege pas in 1819 een provinciaal brandreglement. Onze twee gemeenten hebben in 1827 nog geen gemeentelijk reglement. In 1832 verschijnt een beknopt reglement, en krijgt Gennep in 1838 zijn brandverordening. In 1852 wordt deze  volgens de bepalingen in het Staatsblad aangepast.
 

 2.2.        Brandbestrijding

2.2.1.         Melding, alarmering
De oudste melding / alarmering geschiedde door het luiden van de kerkklok. In het stadige Gennep klom de stadssmid in de stadhuistoren en sloeg met een hamer tegen de klok aldaar. Toen eind twintiger jaren de telefoon in gebruik raakte, kwam een melding bij de brandweercommandant binnen.

  Een volgende stap was de in gebruik stelling van sirenes. (bijv. op het toenmalig politiebureau aan de Heijenseweg, nu nr. 26; in Ottersum op het raadhuis). In de 30er jaren kwam een brandmelding bij cdt. Muusekens aan de Maasweg binnen. Deze telefoneerde dan met G. Bernards in de Dr. Nolensstraat. Deze begaf zich daarop naar de Heijenseweg om handmatig de sirene in werking te stellen… Later werd de sirene op het hoge Pagegebouw geïnstalleerd en kwam het telefonisch bericht in het ketelhuis aldaar binnen. Dat was dag en nacht bezet.

  Om verwarring bij de brandweerleden van de twee korpsen te voorkomen hadden Gennep en Ottersum elk een andere  alarmcode voor hun sirene. Gennep had lange tonen met korte tussenpauzes, Ottersum had korte tonen met korte onderbrekingen.

  Voor het latere 'pieper'systeem stond de antenne op  het oude Augustinusgebouw.

Het alarmnummer van Gennep was toen 2000. Ottersum had 1111, een ongelukkig nummer, want spelende kindervingertjes zorgden nog wel eens voor loos alarm!
 

2.2.2.         Blusmateriaal

Gennep:
ca. 1800: elke inwoner verplicht een leren blusemmer en een handbrandspuit.

1827:         2 brandspuiten op 4 wielen met lerenslangen, te trekken door een paard of mannen.         23 brandemmers, 8 brandhaken, 2 brandladders en 2 flambouwen. De slang van een spuit moet vernieuwd worden en een brandreglement wordt  voorbereid.

1832
:         2 brandspuiten '100 emmers;  2 ladders, 6 brandhaken.

1838
:         1 grote en 1 kleine spuit met slangen, op 4 wielen; 6 brandladders, 6 brandhaken.

1863-77:   2 spuiten, 10 emmers, 2 ladders, 7 haken.

1910:         verhuring van de  zolder boven het spuithuis

1930
: opgave aan GS:
- 2 handspuiten met 3 slangen
- 3 petroleumlamtaarns
- 1 brandladder
- 45 leren emmers
- 1 waterpomp (z.g. kattekop) voor wateraanvoer in brandspuiten.

1939
: - 2 handbrandspuiten
- 6 brandblusapparaten (Saval)
- 3 brandblusapparaten (Sfoli)

na 1945:    omgebouwde jeep, daarna een Dodge-voertuig

1969 :        een brandweerwagen, merk DAF; daarna een

1990
:         aanschaf van de huidige 'Gennep 833', een Mercedes 1117. Deed tot 2002 dienst als eerste uitrukvoertuig; werd daarna nr. 2

2002
:         een nieuwe Mercedes Atego 1325, de huidige Gennep 843.
 

Ottersum:
1965:         hogedruk tankautospuit met  2-wielige motorspuit

 

2.2.3.         Stalling

Gennep:
1910: De twee brandspuiten staan gestald in het zogenaamd  brandspuithuis bij het oude stadhuis (kadaster   B 2472).

Nog voor de Tweede Wereldoorlog verhuizen de wagens naar de oude gemeentewerf in de Poel. Deze locatie gaf vaak problemen bij het uitrukken. Er moest eerst van alles aan de kant worden gezet om bij het uitrijden vrij baan te hebben!


1968
: Er is nieuw onderdak gevonden op het terrein van de Papierfabriek Gennep aan de Willem Boyeweg.

1986
: Bij de samenvoeging van de gemeenten Gennep en Ottersum waren de bestaande brandweerkazernes ongeschikt als centrale kazerne. De nieuwe huisvesting werd gevonden in het fabriekscomplex van de voormalige 'Genneper Molen'. De destijds bijna nieuwe Ottersumse wagen (Mercedes 1017) kwam als eerste uitrukvoertuig in dienst, de wat oudere Gennepse 'Daf' werd het tweede uitrukvoertuig.
 

Ottersum:
De vroegst bekende stalling van het brandblusmateriaal was brandspuithuisje aan nu de St.Janstraat bij de toenmalige Lagere Jongensschool.

Vandaar verhuisde de brandweer naar een schuur bij woning van wed. Jansen-Ponjé aan de St. Janstraat.

Ten slotte stond de wagen achter het raadhuis gestald.
 

Heijen:
De plaatselijke brandweer beschikte voor W.O. 2 over een brandspuit die gestald stond in het 'brandspuithuisje' aan de Smele.

Eén korps
Na de instelling van de nieuwe gemeente Gennep (1973) blijven de drie korpsen nog zelfstandig opereren tot aan de uiteindelijke fusie in 1986.
 

2.3.  Grote branden:
In de loop der eeuwen heeft de gemeente Gennep vele malen grote branden gekend. Een aantal daarvan vermelden we hieronder. De moutfabriek 'Aurora' brandde zeker vijf keer uit, waarbij de brandweer machteloos stond, omdat de waterdruk te laag was om de hoogste verdiepingen te bereiken. Ook de papierfabriek kende meerdere min of meer grote branden waarvan we er maar twee noemen.
 

1597    Stadsbrand legt bijna heel Gennep plat.

1610    Molenstraat en gedeelte  Zandstraat branden af

1672    In de Pottenhoek en de Zandstraat gaan 38 huizen en de oliemolen in vlammen op.

1747    De looi- en walkmolen op de Niers in de as gelegd.

1845    Korenmolen aan de Zuidoostwal afgebrand.

1882    Korenmolen 'De Reus' aan de Ottersumseweg te Gennep uitgebrand.

1883    Graanwatermolen op de Niers door brand totaal verwoest.

1923    Moutfabriek 'Aurora' in  Gennep voor de eerste keer uitgebrand.

1925    De korenmolen te Heijen in vlammen.

1933    De dorpskorenmolen aan de Wilhelminastraat te Ottersum in de as.

1957    Papierfabriek Gennep (PaGe) totaal verwoest door brand. (klik op link voor foto's)

1960    Brand verteert de eeuwenoude boerderij 'Bisterveld' in Ven-Zelderheide totaal.

1977    Winkelcentrum 'De Duivenakker' geheel uitgebrand.

1986    Grote brand in de papieropslag van de Page.

1996    Grote brand Maria Roepaan aan de Siebengewaldseweg.
 

2.4.        Brandweerkorps

Gennep:
1838
:
supervisie: B.& W
opperbrandmr. Hendrik van Bergen
4 brandmr: H. Beeklman,Th. Dericks, Ant. Groesdonk, E. Hoenselaars;
2x20 pompers voor beide spuiten;
4 mannen om schoon water in de bak te gieten
2+1 spuitgasten
2x6 slangendragers
6 brandladderdragers
6 brandhaakdragers
5 toezichthouders (stelen!)

Alle personen bij naam genoemd.


1888
:
1 opperbrandmeester (A. Hermans, arts); 4 brandmeesters; 6 brandspuitmeesters; 30 bedienders.

1901:
A.L. vd Heijden als brandmr  benoemd; in 1931 met pensioen.


1920
:
J.Derks vraagt ontslag als opperbrandmr wegens ouderdom.

±1957
:
Cdt    Fr. Teunissen

Cdt    L. Muuskens   
Cdt    Th. ten Haaf

 

Ottersum:
194x
:
P.v.Bergen, cdt (A21); leden: H. Vullings, A. Wollenberg, J.v.d. Loo, A. Jacobs, W.v.d. Loo, G. Hermsen, Jos. Heldens, J.Wollenberg, P. Kamps.
Th. Janssen, Th. Laemers, V. Mooren.

1945
: P.H. van Bergen, br.w.cdt.

1951:
M.i.v. nu de vrijw. brandweer verdeeld in drie groepen:

    1. Ottersum, ondercdt. P. Geurts; brandmr. J.v.d. Loo, + 10 leden
    2. Milsbeek, ondercdt. J. Kerkhoff; brandmr. C. Korstanje + 12 leden
    3. 't Ven: ondercdt. H. Kerkhoff; brandmr.
Th. Peters + 10 leden.

Commandant: A.P. Thijssen, gemeente-opzichter.



1960
: A.P. Thijssen (Looi), br.w.cdt.

1961
: J. Franken, br.w.cdt.

1972
:
J.P. Franken, cdt.
J.A. vd. Loo, ondercdt.
A.J. Jacobs, pompbediende
P.H. Schoenmakers, onderhoudsmonteur
+ 17 brandwachten 2e. klas, leeftijd tussen 22 en 61 jaar
- 12 pers. hebben opleiding perslucht
- op 3 na de opleiding brandw. 1e. klas;
- cdt en ondercdt hebben opleiding bevelvoerder gevolgd.

Na de samenvoeging in 1986:

Als eerste commandant Frans Maassen.
Van 1996 tot 2006 commandant Mathieu Tacken.
Sinds 2006 commandant Willy Piepenbrock.